Geschiedenis van de gemeentepolitie Hengelo.

 Van “RoodeRoo” tot een modern politiekorps.

 Het politiekorps van Hengelo is ontstaan bij de vorming van de gemeente Hengelo op 1 mei 1802, maar het was nog geen politiekorps zoals we dat heden ten dage kennen. Het personeel bestond slechts uit 6 “vuuropsigters”, nachtwakers met een politionele taak.

Voor 1802 was er een schout met kornuiten aanwezig. De “schotters” moesten in een eed beloven, dat ze het gehele jaar de Woolder-, Driener- en Oeler Marke zouden beschermen tegen schade. De “schotters” mochten ook processen verbaal opmaken. Er waren ook “lyxcluyden” en hun taak was om ongeoorloofde aangravingen te effenen, te “lijkenen” en zonder vergunning gebouwde hutten te slopen. Een verplichting van de markengemeenschap was het onderhoud van de armen, maar vreemde armen waren vagebonden en werden door de armenjager of “roode roo” verwijderd.

In 1814 kreeg Hengelo naast de nachtwakers haar eerste veldwachter. Het was Jan Walhof een gewezen huurling van Napoleon. Naast zijn taak als politiedienaar was hij ook schilder volgens gevonden aantekeningen over door hem uitgevoerd schilderwerk.

Aan het eind van de negentiende eeuw waren er 2 veldwachters aangesteld. Door de lage bezoldigingen verrichtten deze veldwachters ook niet politionele taken als gemeentebode of postbode. Naast de veldwachters waren er in 1885 ook marechaussees en een rijksveldwachter (koningsjager) in Hengelo gestationeerd.

In 1916 bestond het politiekorps uit 6 man politiepersoneel en 2 nachtwakers. Gezien het aantal inwoners was dit een klein politiekorps. Daarentegen werd in de Tweede Kamer Hengelo genoemd als voorbeeld van rust en orde.

In 1919 werd door de Commissaris van de Koningin aangedrongen op instelling van eenkorps dienaren van politie. In het raadsvoorstel verzoekt het college van B&W om instelling van een stedelijk politiekorps in verband met het ontstaan van het stedelijk karakter van de gemeente Hengelo. Dit betekent het ontstaan van de gemeentepolitie Hengelo.

In 1921 werd de functie van veldwachter opgeheven en vervangen door agenten van politie die onder leiding stonden van een inspecteur van politie. Het politiekorps breidde zich uit in een overgangsperiode van gemoedelijkheid naar zakelijke afwerking. Dit bracht in 1929 veel spanningen met zich mee, waardoor er gereorganiseerd moest worden. Er werd besloten om naast de afdeling recherche een afdeling verkeer, vreemdelingendienst, straatdienst en een afdeling bijzondere wetten en crisisaangelegenheden op te richten. De gemeenteraad besloot tevens om de functie van inspecteur op te heffen en een commissaris van politie aan te stellen.

Op 15 oktober 1935 werd de commissaris van politie, dhr. C.M. van Veen aangesteld.

Er volgden tot aan 1940 nog een aantal reorganisaties. De afdeling verkeer breidde zich enorm uit, door de vele verkeersongevallen, omdat rijkstraversen de stad Hengelo doorsneden. Getuige ook de aanwezigheid van 2 motoren met zijspan en een nieuw politiebureau met garages.

In het voorjaar van 1940 bestond het politiekorps uit een commissaris, hoofdinspecteur, inspecteur, 2 adjunct-inspecteurs, 6 hoofdagenten en 42 agenten van politie. Eind 1940 waren er 82 agenten van politie aanwezig. Het totale politiekorps telt 95 leden waaronder een aantal administratieve krachten.

Ook treden rigoureuze veranderingen in het takenpakket op en de juridische status veranderde doordat de Duitse bezetter het gezag uitoefent. In 1941 wordt de politie onderscheiden in een afdeling Administratie, Recherche en Distributie, Verkeer en Straatdienst. De commissaris van politie C.W. van Veen krijgt begin 1941 opdracht om een opgave te verstrekken van alle ingeschreven joden in het bevolkingsregister. Hij maakt er niet veel werk van en stuurt het verzoek door aan de afdeling bevolking, zonder erop toe te zien of het wordt uitgevoerd. Begin 1942 moet van Veen vertrekken. Tot de tijd dat er een NSB commissaris van politie is benoemd nam Van Steenis deze functie waar. De nieuwe commissaris van politie werd de NSB-er Johannes Antonie Wuijster. Tot aan de bevrijding was hij commissaris van politie. Commissaris Wuijster wordt na de oorlog door Het Tribunaal Hengelo veroordeeld tot 3 jaar internering, ontzetting kiesrecht en ontzetting om openbare ambten te mogen bekleden.

Na de bevrijding krijgt het politiekorps te maken met schorsingen en zuiveringen. De zuiveringscommissie adviseerde om 1 agent ontslag te verlenen voor het bijwonen van een nazi propagandabijeenkomst. De meest beruchte politieambtenaar, opperwachtmeester Johan Bronsema wordt tot 20 jaar cel veroordeeld. Hoofd van politie Gerard Waldkötter wordt van de meeste blaam gezuiverd en wordt door burgemeester van der Dussen in het openbaar geprezen voor de betoonde moed.

Na de oorlog volgt een uitbreiding van 37 man hulppolitie voor de bewaking van de ingerichte kampen. Het totale personeelsbestand bestaat uit 107 politieambtenaren. De organisatie ondergaat daarna ook weer een verandering en de werkzaamheden worden door 6 afdelingen uitgevoerd. De nieuw gevormde afdelingen zijn: Straatdienst, Verkeer, Criminele Recherche, Politieke Recherche en Vreemdelingendienst, Economische recherche en Administratie. Als nieuwe commissaris van de politie wordt Gerard Waldkötter benoemd.

Tot aan 31 december 1993 blijft de gemeentepolitie van Hengelo als organisatie bestaan.

Door de wetswijziging inzake ontvlechting van de gemeentepolitie gaat de gemeentepolitie Hengelo per 1 januari 1994 deel uit maken van de Regiopolitie Twente.

Bron: Gemeente Hengelo Archief.
LINK naar volledig artikel