Villa Tichelwerk
Inleiding
Het was eigenlijk wel te verwachten dat er na mijn artikeltje over de villa Het Wilbert er een verzoek zou komen om ook eens iets over de geschiedenis van de villa Tichelwerk te schrijven. Bij de vorige bijdrage was dat niet zo moeilijk want over de persoon Rento Hofstede Crull, de voormalige directeur van de Heemaf en het TCS, viel wel wat te vertellen. Helaas is van de villa Het Wilbert niets meer terug te vinden. De villa Tichelwerk bestaat gelukkig nog, al is deze dan (jammer genoeg) vrijwel geheel verborgen geraakt tussen de schoolgebouwen van de Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente.
Hoewel mijn grootste interesse eigenlijk uitgaat naar de industriële monumenten in Twente, is het ook wel interessant om eens een licht te werpen op de prachtige villa's en landhuizen die de directeuren van deze bedrijven zich konden permitteren. Dit vooral in tegenstelling tot de armoedige behuizing waar de meeste arbeiders uit hun fabrieken zich mee moesten behelpen. Maar dit alles hoort trouwens ook bij het thema: Industrieel Erfgoed.
Het was eigenlijk wel te verwachten dat er na mijn artikeltje over de villa Het Wilbert er een verzoek zou komen om ook eens iets over de geschiedenis van de villa Tichelwerk te schrijven. Bij de vorige bijdrage was dat niet zo moeilijk want over de persoon Rento Hofstede Crull, de voormalige directeur van de Heemaf en het TCS, viel wel wat te vertellen. Helaas is van de villa Het Wilbert niets meer terug te vinden. De villa Tichelwerk bestaat gelukkig nog, al is deze dan (jammer genoeg) vrijwel geheel verborgen geraakt tussen de schoolgebouwen van de Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente.
Hoewel mijn grootste interesse eigenlijk uitgaat naar de industriële monumenten in Twente, is het ook wel interessant om eens een licht te werpen op de prachtige villa's en landhuizen die de directeuren van deze bedrijven zich konden permitteren. Dit vooral in tegenstelling tot de armoedige behuizing waar de meeste arbeiders uit hun fabrieken zich mee moesten behelpen. Maar dit alles hoort trouwens ook bij het thema: Industrieel Erfgoed.
Herinneringen
Voor mijn persoonlijke herinneringen aan de villa Tichelwerk moet ik terug gaan naar de jaren veertig van de vorige eeuw. Tijdens de oorlogsjaren was de Willemschool door de Duitsers gevorderd, om speciaal als school voor de kinderen van de z.g. Rijksduitsers dienst te gaan doen. De leerlingen van de Willemschool werden elders ingekwartierd. Je ging van het ene naar het andere schoolgebouw. De bombardementen waren de oorzaak dat we uiteindelijk in de Leusveenschool aan de Oldenzaalsestraat terecht kwamen. Maar dikwijls kregen we ook les in de Kortenaerstraat, gewoon bij een leraar thuis. Als een jongen uit de Bloemenbuurt maakte ik hier voor eerst kennis met de villa Tichelwerk en vooral met fantastische vijver waar je in de winter heerlijk kon schaatsen.
Voor mijn persoonlijke herinneringen aan de villa Tichelwerk moet ik terug gaan naar de jaren veertig van de vorige eeuw. Tijdens de oorlogsjaren was de Willemschool door de Duitsers gevorderd, om speciaal als school voor de kinderen van de z.g. Rijksduitsers dienst te gaan doen. De leerlingen van de Willemschool werden elders ingekwartierd. Je ging van het ene naar het andere schoolgebouw. De bombardementen waren de oorzaak dat we uiteindelijk in de Leusveenschool aan de Oldenzaalsestraat terecht kwamen. Maar dikwijls kregen we ook les in de Kortenaerstraat, gewoon bij een leraar thuis. Als een jongen uit de Bloemenbuurt maakte ik hier voor eerst kennis met de villa Tichelwerk en vooral met fantastische vijver waar je in de winter heerlijk kon schaatsen.
De villa Het Tichelwerk met vijver, omstreeks 1950
Wat betekent Tichelwerk ?
Het leek me goed om eens na te gaan waar dit begrip eigenlijk vandaan komt. Dat het iets te maken had met een steenbakkerij was me wel duidelijk. Na enig zoeken ben ik er achter gekomen dat het woord is afgeleid van tichelen of tiggelen, wat het winnen van klei uit de bodem betekent. Al in de16e eeuw werden hiervan in Hengelo, toen bekend als marke Woolde, in kleine veldovens dakpannen, plavuizen en stenen (kloostermoppen) gebakken. Dat het begrip 'tichelen' heel oud is blijkt bijvoorbeeld uit een zinsnede uit het Oude Testament over de bouw van de toren van Babel: "Kom aan, laat ons tichelen strijken, en wel doorbranden! En de tichel was hun tot steen, en het lijm was hun tot leem" (Genesis 11:1-8). Via de Grieken is door de Romeinen deze steenbakcultuur in ons land geïntroduceerd.
Het leek me goed om eens na te gaan waar dit begrip eigenlijk vandaan komt. Dat het iets te maken had met een steenbakkerij was me wel duidelijk. Na enig zoeken ben ik er achter gekomen dat het woord is afgeleid van tichelen of tiggelen, wat het winnen van klei uit de bodem betekent. Al in de16e eeuw werden hiervan in Hengelo, toen bekend als marke Woolde, in kleine veldovens dakpannen, plavuizen en stenen (kloostermoppen) gebakken. Dat het begrip 'tichelen' heel oud is blijkt bijvoorbeeld uit een zinsnede uit het Oude Testament over de bouw van de toren van Babel: "Kom aan, laat ons tichelen strijken, en wel doorbranden! En de tichel was hun tot steen, en het lijm was hun tot leem" (Genesis 11:1-8). Via de Grieken is door de Romeinen deze steenbakcultuur in ons land geïntroduceerd.
De voorgeschiedenis van het Tichelwerk in Hengelo?
Volgens dr. Hugo Reijnders, bekend van het onderzoek en de opgravingen van het Huys Hengelo, werden bij de bouw hiervan, naast Bentheimer zandsteen, reeds kloostermoppen (grote bakstenen) gebruikt. Met zeer grote zekerheid werden deze 'geticheld' en gebakken op het vroegere Tichelwerk. Er moeten hier toen vele veldovens en droogloodsen hebben gestaan. Veel gegevens zijn afkomstig uit het z.g. Resolutieboek van Woolde uit het archief van Twickel.
De woning van de steenbakker J.D. v.d. Goot
De omvang van dit gebied wordt nu begrensd door de Deurningerstraat, Sloetsweg, Dennenbosweg, Achterhoekse Molenweg, Ir. Schefferlaan en Jan van Galenstraat. De laatste straat heette vroeger de Achterweg en kreeg deze nieuwe naam bij de bouw van de zeeliedenbuurt in 1949.
In het begin van de 19e eeuw werd het Tichelwerk eerst eigendom van de steenbakker Benjamin ter Horst en daarna van vakgenoot Jacob Douwe van der Goot. Hij liet op het Tichelwerk een eerste woning/villa voor zijn gezin bouwen.
In het begin van de 19e eeuw werd het Tichelwerk eerst eigendom van de steenbakker Benjamin ter Horst en daarna van vakgenoot Jacob Douwe van der Goot. Hij liet op het Tichelwerk een eerste woning/villa voor zijn gezin bouwen.
Juriaan Engelbert Stork
Stork koopt het Tichelwerk
In 1880, een aantal jaren voor het overlijden van J.D. v.d. Goot, werd het gehele gebied van het Tichelwerk ter verkoop aangeboden.
Juriaan Engelbert Stork was hierin wel geïnteresseerd. Juriaan was de jongere van broer Charles Theodoor Stork en bekend als oprichter van de Machinefabriek. Samen en met hun zwager Hendrik J.Ekker vormden zij in 1860 de directie van de in1853 opgerichte Weefgoederenfabriek Gebr. Stork & Co.
Zelf woonde Juriaan Engelbert Stork in een zeer riante villa op de hoek van de Beurstraat en de Enschedesestraat. Nu staat hier het opvallende appartementencomlex Bellevue.
In 1880, een aantal jaren voor het overlijden van J.D. v.d. Goot, werd het gehele gebied van het Tichelwerk ter verkoop aangeboden.
Juriaan Engelbert Stork was hierin wel geïnteresseerd. Juriaan was de jongere van broer Charles Theodoor Stork en bekend als oprichter van de Machinefabriek. Samen en met hun zwager Hendrik J.Ekker vormden zij in 1860 de directie van de in1853 opgerichte Weefgoederenfabriek Gebr. Stork & Co.
Zelf woonde Juriaan Engelbert Stork in een zeer riante villa op de hoek van de Beurstraat en de Enschedesestraat. Nu staat hier het opvallende appartementencomlex Bellevue.
Villa van J.E.Stork aan de Beursstraat
Het was in die tijd voor fabrikanten heel normaal dat men naast een eigen villa er een 'buiten' of landgoed op na hield. Voor het Tichelwerk werd in 1885, geheel in de geest van de laatste periode van de 19e eeuw, door het architectenbureau Jacob.v.d. Goot (zoon van de steenbakker J.D. v.d. Goot) & Cornelis.J. Kruisweg in de z.g. chaletstijl een prachtige villa ontworpen.
Niet alleen aan het exterieur maar ook voor het interieur zijn kosten noch moeite gespaard om er iets moois van te maken.
Dit komt vooral tot uitdrukking in ramen met glas-in-lood Jugendstilmotieven, de terrazzo vloer in de hal, een rijk gedecoreerde Engelse trap, de vele plafonds met gepleisterde motieven en de verschillende fraaie haardpartijen.
Niet alleen aan het exterieur maar ook voor het interieur zijn kosten noch moeite gespaard om er iets moois van te maken.
Dit komt vooral tot uitdrukking in ramen met glas-in-lood Jugendstilmotieven, de terrazzo vloer in de hal, een rijk gedecoreerde Engelse trap, de vele plafonds met gepleisterde motieven en de verschillende fraaie haardpartijen.
De indrukwekkende schouw in de "Heerenkamer"
Landschapsarchitect Dirk Wattez kreeg de opdracht voor de inrichting van de parkachtige omgeving, waarbij de twee aanwezige kleigaten werden omgevormd tot de waterpartijen: de Eggelpoel en voor de nieuwe villa de Storksvijver. Ongeveer op de hoek van de huidige Ir. Schefferlaan en de M.A.de Ruyterstraat stond toen een bij het Tichelwerk behorende woning, waarschijnlijk ontworpen als een “duivenslag” ( voor het toezicht op komende en gaande bezoekers), maar tevens dienst doende als onderkomen voor het gezin van de tuinman.
De opdrachtgever voor de bouw en inrichting van het Tichelwerk J.E. Stork overleed in 1893. Het Tichelwerk kwam in het bezit van zijn oudste zoon, de 32 jarige Willem Stork die in 1892 trouwde met Sara Smit. Het jonge paar installeerde zich direct in de villa op het landgoed. Het was logisch dat Willem, samen met zijn zes jaar jongere broer Otto, ook deel ging uitmaken van de directie N.V. Koninklijke Weefgoederen Fabriek(KWF). Het predikaat Koninklijke verwierf de fabriek in1862.
De tuinmanswoning van het Tichelwerk, tevens een ontwerp Van der Goot & Kruisweg. Het huis werd het laatst bewoond door de familie Kollen.
Otto Stork liet in 1901 de villa “De Oosterhof” bouwen aan het Lonnekermeer. Dit meer was ontstaan bij het afgraven van grond voor het ophogen van de spoorlijnen in Hengelo. De Amsterdamse architect Karel Muller, een goede bekende van de Oldenzaalse Stork-familie, kreeg de opdracht voor het ontwerp. Hij zou 10 jaar later ook gevraagd worden voor het ontwerp van tuindorp Het Lansink en in 1918 voor de Wilhelminaschool, nu de nieuwe locatie van het Techniekmuseum HEIM.
Het gezin Stork-Smit (met aanhang) op het Tichelwerk, foto gemaakt omstreeks 1920. Staand v.l.n.r. Leendert Hannema, Frida Stork, Lucie Fontein-Stork, Koos Fontein, Sara Stork, Willem Stork jr., zittend Coba Hannema-Stork, Sara Stork-Smit, Agneta Stork en Willem Stork sr.
Willem en Sara Stork hebben ruim 32 jaar op de villa Tichelwerk gewoond. Het gezin werd gezegend met 6 kinderen, Jacoba (1893), Sara (1895), Willem (1896), Lucie (1899), Frida (1904) en Agneta (1909).
Moeilijke tijden voor de KWF
Mede door de verslechterde afzetmogelijkheden voor de textiel was Willem Stork
genoodzaakt in 1923 afstand te doen van de villa en het landgoed Het Tichelwerk.
In datzelfde jaar verhuisde het gezin naar Vita Nova, een fraaie woning tegenover het station in Delden. Zijn broer Otto overleed in datzelfde jaar. In 1926 nam hij samen met zijn mededirecteur Evert Ekker afscheid van de KWF. Hun zonen Willem Stork jr. (geheel rechts op de familiefoto) en H.J. Ekker (een aangetrouwde neef van Willem jr.) namen de directietaken over.
Het bedrijf kwam in het begin van de jaren dertig in grote problemen, vooral door een sterke concurrentie van Japan. In deze crisisjaren werd het aantal weefgetouwen van 1700 teruggebracht tot enkele honderden. Eind jaren dertig maakte Willem Stork (ook bekend als 'Wim Katoen') en getrouwd met een Amerikaanse vrouw, een bezoek aan de Verenigde Staten. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog konden zij niet terugkeren. Na de bevrijding trof hij zijn KWF volkomen vernield aan door de bombardementen van de binnenstad in oktober 1944. Het bedrijf (Seahorse) kreeg een nieuwe plek aangewezen aan de Geerdinksweg/Weideweg, toen aan de rand van de stad. In 1948 stichtte Willem Stork aan het Twentekanaal het dochterbedrijf van de KWF, C.T. Stork & Co. Chemische Industrie N.V., of Stork Chemie.
De teloorgang van het landgoed Het Tichelwerk
Een openbare verkoop in1923 van het gehele landgoed liep op niets uit en men was genoodzaakt het in verschillende delen te koop aan te bieden. Hiermee kwam in feite een einde aan de samenhang van villa met parkachtige omgeving. De grond langs de rand van Het Tichelwerk, de rechterzijde van de Dennenbosweg en de Sloetsweg, werd eind jaren '20 verkaveld en in percelen verkocht als bouwgrond. In 1933 laat het Apostolisch Genootschap er een nieuw gebouw neerzetten. Het fraaie ontwerp is van H.Bunders uit Hilversum en de bouwstijl heeft een duidelijke verwantschap met de Amsterdamse School.
De villa van Het Tichelwerk werd in 1938 verhuurd aan de familie Mol die er een pension in startte. In 1939 komt de villa plus ongeveer 4 ha landgoed, compleet met boomgaarden, bebossing, vijvers enz., in handen van de Congregatie van de Dochters van het Kostbaar Bloed. Zij hadden plannen er een bejaardencentrum te vestigen.
Na de oorlog kreeg het overige deel van Het Tichelwerk vooral een onderwijsbestemming met de Fatima Mavo en de RK HTS. In 1955 kocht de St. Gregoriusstichting de villa als huisvesting voor de fraters. In 1965 werd de Mgr. Hoogvelt-academie gebouwd. In die jaren deed de voormalige Stork-villa vooral dienst als een pension voor docenten van het voortgezet onderwijs.
In de jaren negentig werd de villa het eigendom van de Hogeschool Edith Stein/Onderwijscentrum Twente. Na een grondige restauratie (onder deskundig toezicht van de Hengelose architect Henk Methorst) kreeg de villa weer de originele kleur op de buitenmuren. Hierna werden de ruimtes in gebruik genomen door een deel van de administratieve afdeling en door docenten. Twee grote kamers worden gebruikt als vergaderruimte.
Jammer is het dat de villa Tichelwerk, door de nieuwbouw van de school, vrijwel geheel aan het oog is onttrokken. Maar gelukkig is er, tussen alle schoolgebouwen, met het parkje (compleet met vijver) nog iets van de sfeer van het landgoed het Tichelwerk overgebleven.
Henk Hamer
Noot:Met dank aan de medewerking van Jos Schwertasek van de Stichting Oald Hengel, fotograaf Jan Bökkerink, Niels Bakker van het Gemeentelijk Archief en de Phillip Stork Stichting.
Noot redactie: met dank aan Henk Hamer tot een volgende aflevering, hopen wij!